Sneek, 26 Augustus 2008 /EZPress/ - Ga buitendijkse terpen nu eens mét het opgaand tij ophogen. En verleen concessies voor de aanleg van ringvormige dijken die zeewater kunnen binnenlaten in pompebledvormige bekkens. Bij afgaand tij kunnen daar de zand- en kleideeltjes uit het zeewater neerslaan en continu voor nieuwe sedimentatie zorgen. Friezen deden dat eerder al honderden jaren, toen er nog geen centraal gezag was. En nu is deze beproefde methode een betaalbare én ecologisch verantwoorde oplossing tegen het alsmaar stijgende zeewater. Dat stelt Jacob Brandsma in een brief aan de onlangs opgerichte Waddenacademie.
Brandsma heeft een uitgesproken mening over hoe je onze kust kan beveiligen en het Wad kan ontwikkelen, precies de vraagstukken waarmee de prille Waddenacademie zich bezig wil houden. In een aanzet roept hij de vroegere manier van landaanwinning op. 'Generaties lang werkten Friezen samen met de krachten van de zee en haalde men klei uit het Wad met behulp van het op- en afgaande tij. Door de aanleg van grote, stenen dijken veranderde dat.
Weliswaar werd de dreiging van het water verminderd maar stenen dijken verhinderden wel de bevruchtende komst van hoog water. Bovendien waren stenen dijken een prima grondslag voor de vestiging van het centrale gezag, iets wat door een oprechte Fries van nature wordt verfoeid', meent de initiatiefnemer.
Brandsma ziet het al vóór zich: om te beginnen een hele serie terpen van Zurich naar Wieringen in een baan van drie tot vijf kilometer breed, een driehoek bij Oost-Vlieland vormend en weer eindigend bij Zurich. De afmetingen van de terpen variëren van dertig tot vijftig hectare, de historische afmetingen van een gemiddeld veeteeltbedrijf. 'Op die terpen kan beheerst bewoning plaatsvinden', schrijft de Fries aan de Waddenacademie. 'Tijdens laag tij worden de terpen door corridors aan elkaar verbonden. Onverharde wegen verbinden ze bij laag tij met het vasteland. Bij vloed wordt gebruik gemaakt van kano's en milieuvriendelijke boten. Zo krijgt biologische landbouw en duurzaam toerisme ook een kans.'
Met zijn terpen en ringdijken ziet Brandsma grote voordelen voor de flora en fauna op en rond en in het Wad. Bij het opgaand tij worden vissen en ander marien leven meegenomen die, opgevangen in de terpenbekkens, een oase voor wadvogels en zeehonden vormen. Bij afgaand tij blijven de vissen, zeedieren en natuurlijke vegetatie achter. Hij heeft eens uitgerekend hoeveel sedimentatie zijn terpen en ringdijken zouden opleveren. 'Een waterkolom van een meter zal een bezinkingslaag van 4,5 millimeter achterlaten. In vijf jaar tijd kan er dan, puur door natuurlijke aanslibbing, al een hoogte van drie meter worden opgebouwd. Met enige menselijke assistentie vallen de resultaten al binnen enkele jaren te zien.'
In zijn brief aan de Waddenacademie pleit hij daarom voor het bestuderen van het verlenen van concessies voor tenminste 300 jaar, met optioneel nog eens 300 jaar verlening en een zekere belastingvrijstelling. Brandsma besluit met: 'Voor mensen zal een terpeiland in zee een enorme aantrekkingskracht uitoefenen, zeker als ze het vruchtgebruik erop kunnen bezitten. Bovendien zorgt de rijkdom aan flora en fauna in de juiste verhoudingen voor een gezond leven. Authentiek levende Friezen waren immers nooit ziek. Met dit plan kunnen we onze kustlijn mens- en milieuvriendelijk beschermen en uitbreiden.'
//einde bericht
Bij dit bericht hoort bijlage Brief aan Waddenacademie.